vrijdag 15 mei 2015

Tepua en het afscheid van de Tagwild


In de ruime maand na ons vorige bericht is er een hoop veranderd. We zijn wederom zonder boot en verblijven op het vaste land.  Ditmaal is het echter geen pech, maar geluk die ons met beide benen aan wal zet. Maar voordat ik daar meer over vertel, zal ik verder gaan waar ik afgelopen keer gestopt was, onze aankomst in Frans Polynesië, in de Marquesas… 

We lopen over dezelfde weg waar Menno zeven jaar geleden al eens eerder over liep. Benieuwd of er iets veranderd is, op deze afgezonderde eilanden. Benieuwd naar die andere manier van leven, simpel en dicht bij de natuur. Zouden we er iets van mee krijgen? Want ookal komen we hier aan per boot, we blijven toch toerist. Een van de vele pick-up’s die naast ons stopt, om ons een lift te geven, laat ons kennis maken met de gastvrijheid, die hier in alle mensen verankert lijkt. 

Tepūa (Marquesiaans voor bloem) is één van die mensen. Ze laat ons trots haar land zien, waar ze met haar gezin leeft van de fruitbomen, zonder elektriciteit. Giegelend zegt ze dat op het moment bananen het menu van de dag zijn. Ook wij mogen niet vertrekken voordat we onze armen hebben volgeladen met fruit. Bijna bezwaard over zoveel gastvrijheid, proberen we iets terug te doen. Kapitein Louis heeft wat speelgoed voor de kleintjes, maar verder dan dat komen we niet. Ze heeft niets nodig en wil ons juist helpen. 

Bloemen komen terug op ieder eiland, in de natuur, bij de mensen in het haar en in de vrolijk wapperende gordijnen van de fel gekleurde huizen. Maar niet alles is zo rooskleurig als het lijkt. Het grootste verschil met zeven jaar geleden zijn de vervallen huisjes, bedelende mensen en verslagen gezichten, die we ook tegen komen, met name op Moorea en Tahiti. We horen dat vooral jongeren geen werk kunnen vinden en dat er gevochten moet worden om iedere baan. Ieder stuk land hoort van oudsher toe aan een bepaalde familie. Sommige families moeten hun grond verkopen, anderen proberen door middel van hun land zelf rond te komen van fruit en kokosnoten. Fruit en kopra (gedroogde kokosnoot) wordt verkocht en beland met de voorraadboot in Tahiti. 

Niet iedere jongere wil terug keren uit de stad en leven van het land. Steven wel. Hij is trots op zijn baai en de grond van zijn familie. Hij heeft het moderne leven achter zich gelaten. We plukken samen met hem limoenen die naar Tahiti gaan. In de baai wemelt het van de vissen en roggen, voor mij een prachtige eerste snorkelervaring. Zo waaien we van baai naar baai en van eiland naar eiland. Van Marquesas, naar de Tuomotus en van de Tuomotus naar Tahiti en Moorea. We genieten van het leven op het water en komen snorkelend, surfend en vissend de dag door. 

We zagen de hele reis al uit naar Frans-Polynesië en hebben nu moeite er afscheid van te moeten nemen. De tijd van de Tagwild begint echter te dringen. In plaats van November wordt Juli de maand van de oversteek naar de Filippijnen. We zouden afstappen in Vanuatu en vanuit daar doorreizen naar Nieuw-Zeeland. In het nieuwe tempo zijn we daar echter veel te vroeg. Waarom zouden we dan niet blijven op de plek waar we het liefste willen zijn? 

Een zoektocht naar een plek en manier om te blijven begint. Menno ontmoette zeven jaar geleden Atea op het eiland Huahine, die toen druk bezig was om met zijn familie bungalows te bouwen, die ze aan toeristen konden verhuren.  Deze man en zijn manier van leven maakte grote indruk op Menno en al die tijd waren we benieuwd of we hem nog eens zouden ontmoeten. Zou Atea er nog wonen? Zou het een plek voor ons kunnen zijn? 

Tijdens deze reis heb ik me vaak afgevraagd of iets toeval, pech of geluk is. Dat we dankzij de Tagwild onze reis hebben kunnen vervolgen (en hoe!?) en bij Atea een nieuw thuis hebben gevonden, kan echter niets anders dan geluk zijn! 

Meer foto’s van ons verblijf in Frans-Polynesië kan je vinden op onze Facebookpagina.